Youri Egorov
In mei 1989 begon ik voor de zoveelste keer - en wederom niet voor permanent - aan een dagboek. Ik begon op de eerste pagina over de diepe indruk die een tv-programma over de toen een jaar daarvoor aan aids overleden pianist Youri Egorov bij me had achtergelaten. Dat programma kan ik me niet meer herinneren, maar de stemming van toen zal ongeveer hetzelfde zijn geweest als die ik gisteren en vandaag had bij het lezen van In het huis van de dichter van Jan Brokken. Het boek krijgt de misplaatste aanduiding 'roman' mee, maar is in feite een geschreven documentaire over het leven van Youri Egorov die op zijn 22ste de Sovjet-Unie ontvluchtte, via Rome in Amsterdam terechtkwam en hier zijn thuis vond. Hij was een briljant pianist, werd vergeleken met de grootsten, maar zoop, blowde en scharrelde als homo zich een ongeluk. Dit laatste werd hem fataal; net als vele anderen had hij het hiv-virus al onder de leden nog voordat de ziekte überhaupt bekend werd. Hij overleed op 16 april 1988, ruim een maand voor zijn 34ste verjaardag. Dit boek is een prachtige hommage aan deze grote pianist. Jan Brokken was hecht bevriend met Egorov, en als er één iemand in staat is met groot inzicht over klassieke musici te schrijven is het Brokken wel. In dit boek combineert hij vijf verhalen: van een vriendschap, van een vlucht, van een pianist, van een bestaan en van een tijd. In het boek veel achtergronden bij de Egorov-cd's in mijn kast. De meest aangrijpende is een live-opname van de Moments Musicaux van Schubert, opgenomen in de Kleine zaal van het Concertgebouw op 27 november 1987 - niet zijn laatste concert, maar zo klinkt het wel en zo zag Egorov het zelf ook. Volgens Brokken schijnt er wat afgejankt te zijn in het publiek; en als je die opname hoort begrijp je volledig waarom. Op die eerste pagina van dat dagboek schreef ik een opmerking uit dat tv-programma die Egorov over Schubert maakte en die me altijd is bijgebleven. In dit boek staat die opmerking ook; ik vind het nog steeds de meest rake typering van Schuberts muziek. 'Bij Schubert is het vaak droefenis - droefheid is het woord, niet gekweldheid, gewoon droefheid.'