16 april 2018

Game, set and match

Julian Barnes is één van de weinige hedendaagse schrijvers van wie je ieder nieuw boek zonder aanprijzing vooraf kunt kopen en lezen. De man heeft zoveel interessante noten op zijn zang, ook al heeft ook hij een eigen karakteristieke toonsoort. Hij schreef de afgelopen jaren een magistrale roman Alsof het voorbij is (zie hier), een boek over koken Wijsneus in de keuken (hier), Het tumult van de tijd over de componist Sjostakovitsj (hier) etc. Ik las vele jaren terug Flauberts papegaai, en herinner me een geweldig optreden bij Adriaan van Dis. Enfin, gewoon een schrijver waarvan er maar weinig zijn. Het enige verhaal is zijn nieuwste roman, en ik las die met groot genoegen in drie dagen uit. Het is de terugblik van een ik-figuur die op 19-jarige leeftijd een liefdesrelatie begon met een getrouwde vrouw van in de veertig, en dat in een stijf Engels dorp ergens jaren zestig, waar iedereen iedereen in de gaten hield (Hyacinth Buckett is er bij wijze van spreken niets bij). Het begint allemaal zo Engels als het maar zijn kan: op de tennisbaan met subtiel dubbelspel en de ballotagecommissie paaiend. Maar al snel wordt de romance minder romantisch, en uiteindelijk verwordt deze tot een schrijnend drama vol drank en psychisch leed. De liefde ontrafeld van fraaie zonnige buitenkant tot bittere pil aan de binnenkant. Barnes in topvorm.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.